L.P. Roodbaard (1782-1851). Een tuinarchitect met schildersogenL.P. Roodbaard (1782-1851). Een tuinarchitect met schildersogen

drs Rita Mulder-Radetzky
m.m.v. Cornelie Wiarda

80 pagina’s
prijs: Euro 11,30
ISBN 90 802401 8 4


Oogstrelend boek(je).  Inhoudelijk ook goed.  Mulder-Radetzky is al jaren bezig met en aan het publiceren over Roodbaard. Meestal in het kader van een of andere tuin, buitenplaats of tentoonstelling.  Dus de naam Roodbaard is al veelvuldig naar voren gekomen.  Maar met dit boek zie je dat het niet bij herhalen of herkauwen is gebleven.  Een plaatsen binnen de context landschapsstijl is nu toegevoegd.  Een uitgebreidere beoordeling/beschrijving van de werken en een ouvrelijst zijn nu te vinden.  Alles uitgebreider, diepgaander, vollediger dan tevoren.  En dan ook nog eens een veelvoud aan illustraties.  Het boek(je) laat echt de indruk compleet achter.


Een goede indruk van de inhoud van het boek(je) is te verkrijgen op de site van BONAS en dan wel op de Archiwijzer.  Zelf zoeken en spelen of via Roodbaard op BONAS


Van Stichting BONAS

Bezoeken van interessante historische tuinen, parken en landschappelijke begraafplaatsen zijn al lang niet meer beperkt tot een handvol wetenschappers en leden van historische tuingenootschappen. Toch is informatie over met name negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse tuinarchitecten en hun oeuvre schaars. Wetenschappelijk onderzoek naar historische tuinarchitectuur staat nog in de kinderschoenen.

Lucas Pieter Roodbaard (1782-1851) was in de eerste helft van de negentiende eeuw werkzaam als tuinarchitect/ hovenier. Als zoon van een Assens hovenier leerde hij het vak in de praktijk. Zoals nog tot ver in de twintigste eeuw gebruikelijk, was Roodbaard op het terrein van de tuinarchitectuur autodidact. Eigentijdse publicaties van tuinontwerpen in de in die tijd moderne landschappelijke stijl dienden hem tot basis om binnen de heersende mode tot een zeer persoonlijke stijl te komen, waarin met name de organische grillige (cel-)vormen van perken en vijvers opvallen.

In de vroege jaren twintig van de vorige eeuw verhuisde Roodbaard van Groningen naar Leeuwarden, waar hij te boek stond als architect van buitens en tuinen. Zeer gewaardeerd door gefortuneerde opdrachtgevers onder de adel, regenten en kooplieden alsmede de lagere overheden ging liet Roodbaard voor de wind, zodat hij zich in 1832 een statig herenhuis in Leeuwarden kon veroorloven. Nog steeds is in Friesland en Groningen zijn tuinarchitectuur te bewonderen. Een van zijn bekendste ontwerpen vormt de Prinsentuin te Leeuwarden, waarvan de grond in 1819 door koning Willem I aan de stad was geschonken. Herinrichting van de bolwerken tot park en de aanleg van de algemene begraafplaats te Leeuwarden volgden, alsmede talloze tuinen voor buitens als Staniastate, De Klinze, Vijversburg, Oranjestein, De Braak en Ekenstein.

In de noordelijke provincies is Roodbaard inmiddels een begrip geworden. Ook elders in Nederland raakt zijn werk bij een steeds grotere groep bekend, mede doordat steeds vaker tuinexcursies worden betrokken bij de grote landelijke architectuurevenementen.